Klaar om te knallen

Fords met een RS-badge zijn als superhelden. Van buitenaf lijken het doodgewone auto’s totdat ze boos worden gemaakt en onverwachte krachten blijken te hebben. Sportwagenprestaties in het koetsje van een compacte middenklasser! Dat bezorgt ze een grote schare trouwe fans.

Wanneer je de leden van de XR/RS Club bij elkaar ziet komen, moet je even denken aan een scène uit de film The fast and the furious. Het zijn dezelfde opgefokte motorgeluiden die vanuit net zulke zwaar bespoilerde en felgekleurde autootjes komen. Alles op de set schreeuwt maar één ding: we zijn klaar om te knallen. Niet in de laatste plaats de bestuurders, zoals Roger Martherus met zijn spiegelende zonnebril op.

Maar zoals altijd wordt de soep niet zo heet gegeten als hij is opgediend. Roger blijkt een zachtaardige kerel te zijn. Zijn sissende en blazende Escort RS Cosworth is weliswaar snel, maar in de omgang allesbehalve een ontembaar monster. Eerder een goedzak die zelfs minder begaafde bestuurders veilig geweldige snelheidskicks kan bezorgen. Dat is precies wat Ford eind jaren 60 wilde bereiken: ook de gewone man rijplezier bezorgen. Iets dat tot dan toe was voorbehouden aan de elite die Ferrari, Porsche en Mercedes kon betalen.
Ford zette die stap om af te komen van het wat bedaagde imago. In thuisland de Verenigde Staten had het merk met de Mustang (1964) al geleerd dat er goed aan sportieve auto’s viel te verdienen. Daarom kreeg ook Europa een eigen atletisch label: Rally Sport oftewel RS. Zeker in de jaren 70 en 80 maakten die twee letters hun inhoud waar: de Escorts RS Mk1 en Mk2 domineerden jarenlang de grote rally’s van de wereld. Een kampioenschap waarin Ford nog steeds actief is. Tot verdriet van de fans niet meer met zoveel succes als ooit.
Het is de mix van een groots sportief verleden en betaalbare prestaties die het RS-label ook in Nederland een trouwe schare fans heeft bezorgd. Zonder uitzondering zijn dat mannen die van doorrijden houden. Op veel auto’s van XR/RS-clubleden prijkt een sticker met de plattegrond van de Nürburgring Nordschleife. Dit circuit is bij uitstek de plek om een echt snelle auto uit te laten.
Rob van Velzen komt er ook graag. Hij heeft meerdere RS’en in de schuur staan en kan desondanks lastig de verleiding weerstaan wanneer hij er nog eentje krijgt aangeboden. Zeker als het een auto met een bijzonder verhaal is, zoals zijn Focus RS Mk1. „Het was de auto van mijn clubgenoot Charles Konings”, vertelt de vrachtwagenchauffeur uit Hilversum. „Charles was terminaal ziek. Toen ik hem de laatste keer ontmoette, wist ik dat ik hem nooit meer zou zien.”

„Na verloop van tijd werd mij de auto aangeboden. Zijn weduwe vond het fijn als ik hem zou kopen. Ik was niet echt op zoek, maar het was een hele goede wagen die ik gewoon niet kon laten staan.” Rob valt even stil en kijkt uit het raampje. Waarna de Focus ouderwets de sporen krijgt. De voorbanden klauwen zich vast in het asfalt en de RS katapulteert zich met blazende turbo de bocht uit. Precies zoals Charles zou hebben gewild.